De reis van twee alumni van Mechelen tot nu.

Een Belgische en een Nederlandse studiegenootstartten hun vriendschap op onze campus

Docent Gerda Vanwijck op stap – leestijd 6 min.

Op sociale media zag ik hoe twee oud studentes elkaar nog vaak zagen, Kitty Mouwen en Berit Struylaart. De ene woont in Waalwijk, Nederland, de andere in Gent. Al meer dan twintig jaar zijn ze goede vriendinnen.

Toen ik hen contacteerde voor een bijdrage over onze alumni vonden ze het ‘leuk’ en ‘tof’ om hieraan mee te doen, want ze hadden allebei nog veel fijne herinneringen aan hun tijd in Mechelen.

Kitty schreef mij dat ze soms in Mechelen afspraken, ergens inbetween hun beider woonplaatsen. Dat leek mij een uitstekend idee. We trokken met ons drieën naar de Vleeshalle, voor een lange en gezellige babbel. Kitty en Berit zijn samen gestart aan onze opleiding in 2002 en samen afgestudeerd in 2006.

Berit Struylaart. en Kitty Mouwen.

"Belgen zijn gereserveerder, een Nederlander zegt ook direct waarop het staat."

Berit Struylaart

Vlaams vs Nederlands

Hoe hebben jullie de eerste jaren in Mechelen beleefd en hoe werden jullie van kotgenoten goede vriendinnen?

Berit: “Wij zaten samen op kot in een huis op de Leermarkt. Ik ging best wel vaak op stap maar Kitty ging nooit mee. Op het einde van het eerste jaar waren er twee Nederlandse kotgenoten gestopt met hun studies, dat vond Kitty wel jammer. Na het eerste jaar hebben we elkaar pas gevonden.”

Kitty: “We zaten in andere vriendengroepen en zagen elkaar af en toe in de keuken. Ik herinner mij dat ik veel heimwee had in het begin. Ik miste mijn leven in Nederland. Er was toen ook nauwelijks contact met Nederland, want een smsje kostte toen 50 eurocent. Ik leefde heel de week in Mechelen, studeerde en maakte mijn huiswerk tijdens de week, zodat ik in het weekend niets hoefde te doen als ik naar huis ging. Toen enkele Nederlandse studenten stopten vond ik dat jammer.

Esmee, ook een Nederlandse studiegenoot, en ik hadden herexamen, we namen samen de trein van Nederland naar Mechelen. Esmee zat in een groep met Nederlandse vrienden die in Mechelen op kot zaten, ik hoorde er nog niet bij maar Berit al wel.”

Berit: “Het waren bijna allemaal Nederlanders maar ik voelde mij onmiddellijk goed bij hen.”

Kitty: “Er zaten ook meer Nederlanders dan Belgen op kot. En eerlijk, de Belgen waren ook niet zo toegankelijk. Bij ons was het ‘kom erbij, kom erbij’. Ik denk dat die Belgen in onze groep door ons toch mondiger zijn geworden.”

Berit: “Belgen zijn gereserveerder, een Nederlander zegt ook direct waarop het staat.”

Kitty: “Dat is waar. Ik herinner mij een les in het auditorium van Hilde Schoeters, iedereen was stil en aandachtig. Maar we begrepen het soms niet zo goed. Uiteindelijk zag je de Belgen naar ons kijken met een blik ‘wanneer gaan jullie nu vragen om het nog eens uit te leggen want wij begrijpen het ook niet’. Ik heb het gevoel dat wij Nederlanders veel vragen stelden, terwijl Belgen het vaak zelf uitzochten.”

Gerda: “Kitty was je rap mee met het Vlaams?”

Kitty: “Ik had voor mijn opleiding in Mechelen niets in een bouwrichting gevolgd, het waren voor mij meteen nieuwe woorden en termen zoals ‘chape’, ik heb daar in Nederland het Nederlandse woord voor moeten zoeken. Of een ‘pivotdeur’, wij zeggen een ‘taatsdeur’.”

Berit: “of jullie zeggen een ‘bank’ in plaats van ‘zetel’.”

"En de kerstfeestjes op school waren ook legendarisch!"

Kitty Mouwen

Schop nodig van Kitty.

Hoe verliep het verder met jullie na jullie opleiding?

Berit: “Ik ben gestart bij het interieurbureau Bloco  die drie verschillende dingen deden: sleutel op de deur woningen, bakkers- en slagersinrichtingen en particuliere projecten. Dat kon gaan van het ontwerpen van een haard tot een volledige verbouwing en inrichting. Ik heb daar 7 à 8 jaar gewerkt en was toe aan iets nieuws. Na een korte pauze heb ik opnieuw gesolliciteerd. Nu werk ik bijna 11 jaar bij Arf &Yes  als set-designer. We ontwerpen o.a. tv-decors, maar werken ook voor andere evenementen zoals modeshows, waarvoor we dan voornamelijk de lichtontwerpen doen. De ontwerpen voeren we volledig uit. Ik teken alles, vanaf het ontwerp tot de uitvoeringstekeningen, in 3D en zorg voor de input naar collega’s die de productie doen van de decors. We hebben ook een eigen atelier. Het is boeiend werk, vooral omdat het zo afwisselend is. En nu na 11 jaar ben ik echt wel trots dat ik aan verschillende projecten heb mogen meewerken.”

Gerda: “Decorbouw is ook een hele andere wereld dan interieurbouw?”

Berit: “Ja, ik kende die ook niet. Ik kan ook niet meer op een normale manier naar televisieprogramma’s kijken, ik zie alle details in het decor of de belichting. Het langst lopend ontwerp is het decor van De Slimste Mens, een iconisch decor dankzij dat aureool.

"Ik heb vaak die schop nodig die Kitty mij geeft, ze heeft vaak gelijk. Maar ik ben echt wel trots op mijn werk”.


Berit Struylaart

Gerda “Zijn er nog decors die we zouden kennen?”

Berit: “Ja hoor, denk maar aan  ‘The Voice van Vlaanderen’, ‘The Voice Belgique’ maar ook ‘De dag van vandaag’ en ‘Switch’. En afgelopen maand was er het evenement ‘The Night of the Proms’. We ontwierpen ook het lichtontwerp voor bands zoals dEUS, Anouk, Oscar & The Wolf en Charlotte de Witte. Het is gevarieerd werk want naast de muziek- en TV decors zijn er ook modeshows. Hiervoor werken we samen met de productiefirma ‘Villa Eugenie’. We maken het lichtontwerp/concept voor hen voor o.a. Chanel, Dries Van Noten, Dior (men), Moncler, Givenchy. En vandaag zijn er collega’s naar China vertrokken want Arf&Yes zal daar op 31 december een eindejaarsshow doen, die live op televisie te zien is door miljoenen mensen. Het decor is in China ontworpen en wij maakten hiervoor het licht- en video ontwerp. En waar ik zelf fier op ben is het decor van Play Sports, ook te zien op Play4, mijn grootste uitdaging tot nu toe.

Kitty: “Berit, deel een keer iets op je sociale media!”

Berit: “ja, ik zou dat eens moeten doen, ik heb vaak die schop nodig die Kitty mij geeft, ze heeft vaak gelijk. Maar ik ben echt wel trots op mijn werk”.

Kitty, wat heb jij gedaan na je studies?

Kitty: Na drie jaar in Mechelen wilde ik in België blijven. Ik zat in het eerste jaar van Bouw, dat toen als een nieuw toegevoegd jaar gold waarvoor je kon kiezen. We moesten toen niet zoveel doen, gingen eigenlijk het heel jaar door op stap, terrasjes doen of uitstappen maken. We moesten toen 15 weken stage doen en liepen er een beetje de kantjes af. Maar het was wel leuk dat extra jaartje in Mechelen.

Ik kwam erachter dat ik iets mondiger was dan wat Belgen gewoon zijn en ben dus terug naar Nederland gegaan waar ik uiteindelijk bij een groot bedrijf in Valkenswaard terecht kwam. We deden daar de inrichting van de Rabobank en dat soort dingen, het was een combinatie van tekenen, werkvoorbereiding en bestellijsten maken voor de inkoop. Wij, ik en o.a. Wilco, ook een oud student, deden al deze taken waardoor er geen tussenpersonen (werkvoorbereider en inkoper) nodig waren en er ook minder ruis op het werk zat. Ik heb er veel geleerd, maar ik wilde meer ontwerpen.

Uiteindelijk kwam ik bij Dosis in Waalwijk terecht, een klein bureau waar we interieurs en keukens ontwierpen. Na 4 jaar vertrok ik en ben ik toen weer interieurtekenaar en werkvoorbereider geworden.

Ondertussen deed ik kleine ontwerpopdrachtjes voor vrienden en kennissen. Op een dag vroeg een buurvrouw of ik haar kantoor wilde inrichten. Dat was een leuke opdracht die ik heel professioneel aanpakte. Ik ging met haar mee naar de bouwvergaderingen. Zij was een echte ondernemer en ze vroeg: “Waarom begin je je eigen bedrijf niet? Je weet wat je wilt en waarover je het hebt als je bij grote aannemers aan tafel zit”. Zo is het een beetje begonnen en nu heb ik mijn eigen zaak www.kittymouwen.com

Ik ontwerp in de stijl van de klant, maar wel met mijn handtekening.

Kitty Mouwen

Het onderscheid is vaak hoe je je ontwerp detailleert en ook hoe de schrijnwerker het dan maakt. Want zo’n interieurbouwer geniet er ook wel van om een mooi gedetailleerd werk te maken. Maar je moet het juiste type klant hebben die daarvoor openstaat.


Kitty Mouwen

Ondernemen

Zijn Nederlanders niet meer ondernemend dan Belgen?

Kitty: “Misschien wel. Ik weet wat ik wil, en heb ook geleerd hoe je goed kan samenwerken met interieurbouwers. Dat je niet zomaar een tekeningetje kan maken, om dan af te geven zonder duidelijke aanwijzingen of met welke materialen het uitgevoerd moet worden. Ik heb geleerd hoe iets gemaakt wordt, ook door mijn opleiding in Mechelen. Veel interieurbouwers zeggen mij dat mijn plannen heel duidelijk zijn. Toen ik eens een opdracht had voor een autoshowroom, zei een interieurbouwer: “Als jij iets ontwerpt is het niet enkel een mooi plaatje maar zitten alle leidingen en stopcontacten al op zijn plaats.”

Gerda: “Hoelang ben je al zelfstandig?”

Kitty: “Bijna negen jaar. Ik doe heel verschillende opdrachten, vooral voor particulieren. Ik heb ook niet één bepaalde stijl, ik ontwerp in de stijl van de klant, maar wel met mijn handtekening. Het is veel belangrijker dat het technisch allemaal klopt, dat de schakelaars op de juiste plaats zitten. Daarom ben ik ook naar Mechelen gekomen, omdat het heel praktijkgericht is.”

Gerda: “Hoe pak je die opdrachten dan aan?”

Kitty: “Bij iedere opdracht van een particulier kijk ik hoe de bewoners leven en wat ze belangrijk vinden, dat is de basis. En ook wat hun wensen precies zijn, daarmee ga ik dan aan de slag en zoek ik naar de beste indeling, rekening houdend met de bestaande buitenmuren. Kijken ze graag TV of zoeken ze meer gezelligheid aan de eettafel, waar komt de keuken, welke materialen verkiezen ze, waar moet er verlichting worden voorzien. Samen met de kleuren en het materiaal van de meubels maak ik het tot een mooi samenhangend geheel te brengen. Ik zorg dat de mensen een thuisgevoel hebben als ze bijvoorbeeld terug komen na een lange vakantie.

Ik ben niet een extreme ondernemer maar heb een eenmanszaak en wil dat zo houden. Ik probeer niet dag en nacht te werken maar ook nog leuke dingen te doen. Ik heb nu een goede balans gevonden tussen werken en vrije tijd. Ik ben ook beginnen te wielrennen, eerst ontspannende fietstochtjes, maar daarna heb ik mij aangesloten bij een netwerkclub. We komen met zo’n 20tal mensen een keer per maand samen om te gaan fietsen, stevige tochten waarvoor ik moest trainen. Die netwerkclub Cima Coppi Businesscycling is heel laagdrempelig en ze bestaan ook in Antwerpen, Brussel, Leuven en Gent. Al die clubs komen een keer per jaar samen. Zo leer ik veel mensen kennen en leg je interessante contacten of krijg je opdrachten. En soms zie je via LinkedIn of Strava dat je gemeenschappelijke kennissen hebt of in dezelfde branche werkt.

Verschillen in aanpak

Er zijn toch wel veel verschillen in aanpak met Nederland, hoe zat dat met onze opleiding?

Kitty: De academies, (nvdr dit is een hogere school die je kan vergelijken met bacheloropleiding) in Nederland waren voor mij te vaag. Ik had 4 jaar MBO (nvdr een hogeschoolopleiding na het middelbaar) gedaan in Sint Lucas Boxtel. Toen ik er zat was er nog geen interieuropleiding. Ik heb grafische vormgeving gevolgd, maar ook o.a. etaleren, fotografie, audiovisuele vormgeving. Na die vier jaar had ik het gevoel dat ik zoveel van iets geleerd had maar nog steeds niets kon. Toen ik op een opendeurdag in jullie school in Mechelen kwam voelde ik mij onmiddellijk thuis. Mooie open ateliers en een goede vibe. Door mijn opleiding in Nederland had ik wel een goede basis. Vaak hielp ik anderen met hun opwerking van plannen en presentaties.

Toen ik op een opendeurdag in jullie school in Mechelen kwam voelde ik mij onmiddellijk thuis. Mooie open ateliers en een goede vibe.

Kitty Mouwen


Berit: “We zaten samen op kot en er stond een kamer leeg, die gebruikten we dan om onze maquettes te maken, en om een nachtje door te werken. Kitty was altijd op tijd klaar.”

Kitty: “We konden goed samenwerken, maar Berit besteedde veel tijd aan kleine details, zoals het perfectioneren van de groeven in haar maquette, terwijl deze nog lang niet klaar was. Ze verloor zich vaak in die details.”

Berit: “Ja, dat is waar. Gelukkig maken we nu geen maquettes meer. Dit jaar ben ik naar een opendeurdag in KASK in Gent geweest en ik schrok toen ik zag hoe alles veranderd is, zoals de presentatie van de ontwerpen.”

Werk van Kitty

Zijn er nog tips voor onze studenten?

Aan welke vakken hebben jullie veel gehad?

Kitty: “Eigenlijk aan alle vakken.”

Berit: “Ik vond het wel jammer dat ik Arkey en Vectorworks heb gekregen, ik heb later Autocad geleerd in mijn eerste job.

Ik teken bijna nooit meer in 2D maar alles in 3D. Op mijn vorig werk tekende ik marktwagens enkel in 3D en die werden zo gepresenteerd, er werden renders van gemaakt. De ontwerpen werden verkocht puur op presentatie.”

Gerda: “Marktwagens?”

Berit: “Ja, dat is een heel specifieke aparte tak, marktwagens voor bakkers, visboeren, kaaswinkels die op markten staan. Je kan aan die wagens van alles openklappen. Mijn toenmalige collega zei dat ik die in 3D moest tekenen, je hebt direct een doorsnede en het klopt ook altijd. Maar ik teken nog nauwelijks iets met de hand, ook als ik snel iets moet tekenen. Ik schets wel terug maar dan op mijn iPad. Schetsen gebruik ik om iets uit te leggen, bijvoorbeeld hoe iets wordt uitgewerkt.”

Schetsen gebruik ik om iets uit te leggen, bijvoorbeeld hoe iets wordt uitgewerkt.


Berit

Kitty: “Ik denk altijd in 3D maar moet niet altijd in 3D tekenen, want ik heb het in mijn hoofd. Het onderscheid is vaak hoe je je ontwerp detailleert en ook hoe de schrijnwerker het dan maakt. Want zo’n interieurbouwer geniet er ook wel van om een mooi gedetailleerd werk te maken. Maar je moet het juiste type klant hebben die daarvoor openstaat. Klanten die bijvoorbeeld van kunst houden, appreciëren ook mooie details en een goede uitvoering waarvoor ze graag betalen.”

Denken jullie al circulair of zijn jullie al bezig met duurzaamheid?

Kitty: “Ik woon al 13 jaar in mijn appartement dat ik zelf heb ingericht en ik vind het nog steeds heel mooi. Ik heb daar echt in geïnvesteerd en bewuste keuzes gemaakt. Ook met het idee dat het wat tijdloos moest zijn.

Ik zou ook graag eens een project willen waarbij ik helemaal circulair kan ontwerpen. Ik ken een leerkracht die samen met zijn studenten een circulaire safari deed. Er werden oude gebouwen gesloopt en zij gingen op zoek naar herbruikbare materialen. Met die materialen werd er een bibliotheek opgericht waar je dan materialen kon gaan halen.”

Berit: “Het is wel nog altijd duur. En er zijn nog te weinig platforms.”

Kitty: “Maar bij Dutch Design Week (https://ddw.nl) zie je het toch al veel. Zo ontdekte ik Interface tapijten die goedkopere tapijttegels aanbieden waar weeffouten inzitten, maar die je nauwelijks ziet. In Nederland heb je ook zo’n website ‘Oogstkaart’ waar je een overzicht hebt van wat er uit oude gebouwen komt en nog bruikbaar is.”

Berit: “Op de Dutch Design Week stond iemand die nieuwe dingen maakte met CNC overschotten, ons bedrijf heeft ook zo’n machine, dat leek mij interessant.”

Kitty: “Of Onbetaalbaar in Gent is ook een leuk ontwerpbureau dat ik volg”

Berit: “Oh, ik herinner mij nog het ontwerp in het 3de jaar van Kitty, ‘de vuurvliegjes’, dat waren lampjes op zonne-energie. Jij was toen al heel vooruitziend Kitty.”

Kitty: “Ja, eigenlijk wel en het was best moeilijk om te maken in die tijd.”

Projecten Arf&Yes

De verdwenen reiger.

Jullie leken mij wel fuifnummers in de tijd dat jullie in Mechelen zaten?

Berit: “Oh ja, die feestjes! Zowel op school als bij ons op kot waren er feestjes. Ken je het verhaal van de reiger?”

Ik moet even nadenken maar er daagt mij iets.

Berit: “De plastic reiger die aan de vijver stond, en na een proclamatie feestje was die reiger plots verdwenen, dat heeft zeker een jaar geduurd. Niemand wist waar die naartoe was. Maar de reiger stond bij ons op kot. Een jaar later hebben we de reiger een strik aangedaan en teruggegeven aan Koen Kennes, omdat we gehoord hadden dat jullie, de docenten, op het matje werden geroepen met de vraag wie die reiger had gestolen.”

Kitty: “En de kerstfeestjes op school waren ook legendarisch! We hebben die ieder jaar meegemaakt. Wij hadden ook veel acts, want het was een soort open podium. Zo hadden we ons allemaal een keer in skipakken gestoken en het lied ‘Driving home for christmas’ gezongen. Of als ik het nummer van Marmelade ‘Voulez vous coucher avec moi’ hoor moet ik aan de act denken die studenten opvoerden.

Of dat eerste jaar dat er kaders van docenten aan de muur van de inkom hingen, ‘the wall of f[r]ame’. We hadden het kader van Jan Bastiaans van de muur gehaald en even later teruggehangen met een foto van een troetelbeertje. Jan was altijd super lief, net een troetelbeertje vonden wij.”

Berit: “En bij ons op kot hadden wij ook veel feestjes. De Nederlanders leerden ons Carnaval vieren en ons allemaal te verkleden, echt zotte dingen.

En ook de spontane feestjes die in onze keuken of gang doorgingen waren geweldig. Bij ons zat er een Erasmusstudent uit Leeds, Harry. Hij vertelde aan andere uitwisselingstudenten dat er feestjes waren bij ons. En plots was heel het huis vol met vreemde studenten. Ons Engels is er op vooruit gegaan”.

 

En dan komen er foto’s boven van de kerstfeestjes, kotfeestjes, proclamaties. Het waren foto’s met een digitale camera, heel nieuw in die tijd.

 

De tijd vliegt omdat het een gezellige babbel was, de vriendinnen willen nog graag een bezoekje brengen aan hun oude kot op de Leermarkt. Het huis, de gevel, de bestemming is nog steeds hetzelfde, en het is nog altijd een studentenresidentie. Hun ogen schitteren als ze voor de deur staan, hier hebben ze duidelijk prachtige momenten meegemaakt.

We nemen afscheid, de vriendinnen gaan nog verder een bezoek brengen aan de hippe winkeltjes in het aangename Mechelen, want de stad is erg veranderd sinds ze hier studeerden.

 

Vriendschappen tijdens de studiejaren zijn bijzonder en kostbaar. Zouden ze binnen twintig jaar nog steeds terugdenken aan hun tijd hier?

Gerda