Amber De Coen (2022) 

Van Space en Service Design naar ontwerponderzoek.

Docent Gerda Vanwijck op stap – leestijd 6 min.

Amber De Coen (2022) volgde de opleiding illustratie en grafische vormgeving aan Sint Lucas in Antwerpen, maar schakelde na haar master over naar het postgraduaat Space en Service Design.

Gerda: “Waarom ben je de Postgraduaat Space and Service Design (SSD) gaan volgen bij ons op school? Want je hebt eerst grafische vormgeving in Antwerpen gedaan?”

Amber: “Ik was begonnen aan Sint Lucas Antwerpen, de opleiding illustratie en grafische vormgeving omdat Ik vooral erg graag tekende. Ik had niet echt het idee dat design of kunst meer kon zijn dan tekenen toen. Voor mijn master kon ik kiezen tussen verschillende trajecten, zo was er dat jaar een nieuwe master: art, design and image in a social political context. Hier ga je als ontwerper meer kijken naar wat design en beeld kan betekenen in een sociaal, cultureel of politiek debat. Tijdens deze Master kwam ik toevallig via Instagram het postgraduaat tegen van Space and Service Design, ze deden een oproep aan designers, een ‘Calling out to all for designers, interior designers architects, etc.’ om samen te werken. Dat sprak mij meteen aan; hoe kan bijvoorbeeld een grafisch ontwerper, in dialoog gaan met een interieurontwerper, en hoe kan je al die vaardigheden samen gebruiken om problemen In de samenleving te benaderen, te onderzoeken en op te lossen.”

"Het samenwerken met verschillende disciplines sprak mij meteen aan."

Amber De Coen

Gerda: “Dat is een heel andere benadering van kunst. SSD is nog vrij nieuw in België? Hoe is dat dan verdergegaan? Ben je dan naar een opendeurdag gegaan?”

Amber: “Het postgraduaat SSD bestond nog maar twee jaar en het was tijdens de covidperiode, dus alles was online. Er was een online infodag waar Nansi  Van Geetsom uitleg gaf en afgelopen projecten voorstelde. Ik vond het heel inspirerend en het was net dat waar ik naar op zoek was. In het laatste jaar van mijn master had ik een sociaal designproject ontwikkeld rond eenzaamheid bij jong volwassenen, project Onetyone. Hier werd illustratie gebruikt als een middel voor communicatie. Het was bijna een vorm van therapie waar we via workshops en gesprekken probeerde om deze gevoelens van eenzaamheid, te benaderen en te bespreken. De projecten bij SSD leunden daar naar mijn gevoel heel sterk bij aan.”

 

Gerda: “Heb je dan een intakegesprek gedaan of moest je je motiveren om het postgraduaat te kunnen volgen?”

Amber: “We moesten een portfolio doorsturen en ook een motivatiebrief. Ik had voordien ook al een paar keer met Nansi gemaild om meer informatie te vragen. Ik had gezien dat de opleiding op een campus van interieurvormgeving was, waardoor ik mij afvroeg of ik er als grafische ontwerper een plaats had. En dan is er een selectie gemaakt, we waren met ongeveer 15 studenten of iets minder.”

Gerda: “De opleiding wordt in het Engels gegeven. Het is ook heel internationaal met een gevarieerde groep. Hoe ervaarde jij dat?”

Amber: “Dat was een zeer intensief jaar, want het was nog steeds tijdens COVID en we hebben veel online gedaan maar ook veel op de campus. Bij elk project tackelden we ieder element van het ontwerpproces: de communicatie naar de buitenwereld toe, maar ook de discussie rond de architecturale ontwerpen tot usertests waar we nagingen hoe gebruiksvriendelijk en toegankelijk onze ontwerpen waren. Eerst leerden we via interviews of literatuur om onderzoek te doen naar de ontwerpcontext en de noden van de gebruiker.  Dat leerproces was heel zinvol, om te zien dat je door deze vragen te stellen in het begin van het onderzoek, keuzes maakt die leiden naar een geïnformeerd ontwerp of actie.  Aanvankelijk leek dit voor mij vaak vrijblijvend te zijn, maar achteraf ontdekte ik dat je daar echt methodes voor kunt vinden die ook zorgen dat je ontwerpkeuzes sterker onderbouwd zijn en meer draagkracht hebben.”

 

Gerda: “Je werkte samen met studenten die andere opleidingen hadden gevolgd, hoe ging dat in zijn werk, wie bepaalde hoe die teams werden samengesteld?”

Amber: “Doorheen het hele jaar had elke student een specifieke rol, samen opereerden we dan als een mini SSD-agency. Zo waren er bijvoorbeeld entrepreneurs, die moesten kijken hoe ze een project konden commercialiseren. Ik zorgde samen met een andere student voor de communicatie op sociale media. En er waren ook studenten die de sustainability goals in het oog hielden, de duurzaamheid, van onder andere de materiaalkeuzes. Voor de projecten zelf werden er telkens nieuwe kleinere groepen gemaakt, binnen deze groep zaten dan bijvoorbeeld twee interieurontwerpers, een ingenieur en een grafische ontwerper. Samen bekeken we dan de doelstellingen: wat de problemen waren, wie het onderzoek zou leiden, en dan werd het werk verder verdeeld op basis van ieder zijn expertise.”

"Ik wou eerst zoveel mogelijk kennis opdoen."

Amber De Coen

Gerda: “En na dat jaar, was het dan duidelijk welke richting je wilde uitgaan?”

Amber: “Tijdens dat jaar was het nog steeds onduidelijk voor mij, het bevestigde wel dat sociaal ontwerp iets was dat ik heel graag deed. In het laatste semester van het postgraduaatjaar hebben we aan een project gewerkt voor een woonzorgcentrum, om de buitenwereld naar binnen te trekken. Ik ben daar in contact gekomen met verschillende personen met dementie en dat vond ik toen al een heel interessante doelgroep om mee samen te werken. Tegelijkertijd was ik stage aan het doen bij Achilles Design in Mechelen, een service design Agency, waar Tom Verbist, ook docent aan SSD, werkt. Dat was een goede ervaring om te zien hoe het er in een commercieel bureau voor service design aan toe gaat. Na mijn stage informeerde Andrea Wilkinson, die ook lesgeeft bij SSD, mij en nog enkele andere studenten van SSD dat er een vacature voor een PhD project in care design online stond aan LUCA Genk. Hier heb ik uiteindelijk op gesolliciteerd en in kon direct in november starten. Alles is kort op elkaar gevolgd, ik heb heel veel geluk gehad met de kansen die ik gekregen heb.”

Gerda: “Dus dankzij je postgraduaatjaar werk je nu mee aan onderzoek voor LUCA, in Genk?”

 Amber: “Ja, eigenlijk wel, SSD heeft me heel veel geleerd, en vooral doen inzien dat ontwerponderzoek echt mijn ding is. Mijn bureau is in Genk, aan de Inter-Actions onderzoeksunit in de Caring And Design cluster (https://caring.anddesignresearch.com/) . Mijn onderzoek kijkt naar hoe we kunnen ontwerpen van, en voor, non-verbale personhood. Dit sluit sterk aan bij het intern project van KU Leuven waar ik nog in andere onderzoeksunits meewerk, o.a. het Blink.project (https://blinkproject.be/). Wij proberen de persoonsgerichte zorg voor personen met een late fase van dementie en personen met ernstige meervoudige beperkingen (EMB) die in een voorziening leven, te verbeteren. Momenteel zijn we een toolkit aan het ontwikkelen dat verzorgers helpt om de eigenheid en de uniekheid van de bewoners te ontdekken, om nadien vlotter naar een persoonsgerichte aanpak over te kunnen gaan.”

Gerda: “Dus jullie proberen zoveel mogelijk in kaart te brengen over de huidige zorg voor personen met dementie en EMB, en hoe die verbeterd kan worden?”  

Amber: “Ja, en we hebben daar al veel stappen in ondernomen en zitten nu in de laatste fase van het project. Ik ben in het begin als vrijwilliger gaan werken in een WZC en een voorziening voor personen met EMB om te kijken hoe het eraan toe gaat, wat is de dagelijkse zorg, hoe gaan mensen met elkaar om, welke tools zijn er aanwezig, hoe zijn de ruimtes ingericht, m.a.w. wat is de realiteit op de werkvloer. Dit deed ik deeltijds en de andere tijd gebruikte ik om verder literatuuronderzoek te doen naar de doelgroepen. Er is al heel veel zorg en ontwerp gerelateerd onderzoek gedaan, en dat moet je natuurlijk ook kennen voor jezelf iets gaat ontwerpen. Nadien hebben we veldwerk gedaan, en via verschillende onderzoeksmethodes kijken we welke informatie rond de eigenheid en uniekheid van een persoon, personhood, kunnen verzamelen. We hebben deze resultaten verwerkt en momenteel ontwikkelen we een toolkit die verzorgers kan helpen die personhood van bewoners te ontdekken, zodat ze gemakkelijker naar een persoonsgerichte aanpak kunnen overgaan.”

We hebben deze resultaten verwerkt en momenteel ontwikkelen we een toolkit die verzorgers kan helpen die personhood van bewoners te ontdekken, zodat ze gemakkelijker naar een persoonsgerichte aanpak kunnen overgaan.

Gerda: “Heel erg interessant en het klinkt wel heel analytisch, is dat iets dat je geleerd hebt bij SSD? Analytisch denken?”

Amber: “Ja, we hadden een vak onderzoekstechnieken dat Nansi gaf en dat vond ik echt boeiend, dus hoe je onderzoek kan doen voor ontwerp, door ontwerp of met ontwerp. Veel andere disciplines gebruiken voor hun onderzoek traditionele onderzoekmethodes zoals interviews of de observaties. Die kan je ook in ontwerponderzoek ook gebruiken, maar vaak kan je deze ook iets ruimer nemen, door nieuwe objecten uit te testen en nieuwe methodes te ontwikkelen. Zo kan je ook een nieuw soort informatie verzamelen die je nadien kan gebruiken om nieuwe ontwerpen te maken.”

Gerda: “Knap om te horen hoe je al ontwerpend mee kan doen aan een onderzoek. Bij SSD doen ze dat ook.”

Amber: “Bij SSD werd er heel gepassioneerd lesgegeven door de docenten en waren de groepen kleiner en hadden we ook veel persoonlijke ondersteuning. Alle opdrachten waren ook voor bestaande klanten, echte situaties. Want als je de vaardigheden en ideeën van studenten kan gaan inzetten voor bijvoorbeeld een NGO, of andere waar vaak niet het budget is om direct naar een service design bureau te stappen, dan is dat toch een fantastische win-win situatie. Ook het vak professionalisering was heel waardevol. We moesten hiervoor bijvoorbeeld een profiel op LinkedIn maken en daar posts op plaatsen over onze projecten. Op het moment van de opleiding vond ik dit soms lastig omdat ik zelf heel weinig op sociale media zit, maar achteraf was dat wel enorm nuttig. Je leert om een profiel op te bouwen, connecties te maken en je wordt via de opleiding gelinkt met personen om je netwerken uit te breiden. In het begin voelde dit wat artificieel maar het is echt wel waardevol. Zeker voor starters.”

 

Gerda: “Ja, ik denk ook wel dat het belangrijk is, ook om jezelf te lanceren na je studies. Je mag nu nog anderhalf jaar aan het onderzoek werken en daarna?”

Amber: “Ideaal zou ik graag verder onderzoek blijven doen, maar het is moeilijk om een postdoc positie binnen mijn werkveld te vinden. Ik weet ook niet of ik in België blijf, misschien vind ik wel een interessante ondezoekspositie in het buitenland. Het zou me ook heel fijn lijken om met Blink verder te gaan. Op 18 oktober gaan we onze eerste prototypes presenteren op een projectdag in LUCA Brussel.”

"Ik weet ook niet of ik in België blijf, misschien vind ik wel een interessante ondezoekspositie in het buitenland."


Amber De Coen

Gerda: “En worden je prototypes dan uitgevoerd? Zijn er dan instanties die het willen gebruiken?”

Amber: “Wij werken voor ons onderzoek samen met het expertisecentrum dementie, de Alzheimer liga en met Multiplus. Dat zijn de 3 grote organisaties van de doelgroep en zij zitten ook in de adviesraad van het project. Wij spreken nu om de 6 maanden af om een update van het project te geven. Hun feedback en input betekent heel veel voor de draagkracht van het project. Hopelijk kunnen we de toolkit binnenkort aan al onze deelnemers gratis aanbieden en ook via de website beschikbaar maken voor andere organisaties.”

Gerda: “Dat zou mooi zijn. Ik vroeg me af, je bent nu onderzoeker van een sociaal zorgproject, maar als ontwerponderzoeker, wat inspireert je dan?”

Amber: “Tijdens mijn master hadden wij een vak dat ‘kritische esthetische theorieën’ heet. Dat was een eerste introductie tot het grotere, maatschappelijke debat dat vaak plaatsvindt rond de waarden, rol, en betekenis van ontwerp. Hier lazen we veel artikelen die reflecteerden over deze rol, en leerden we gaandeweg hoe we kritisch kunnen zijn over onze keuzes, en meer bewust, meer activistisch kunnen zijn. Dat inspireert mij. Alles rondom ons is ooit ergens ontworpen en elke keuze die neutraal lijkt is nooit neutraal. Die hangt af van een locatie, een ideologie, een tijdsgeest. Daar bewust mee om gaan, en op reflecteren, dat vind ik inspirerend.”

Kritisch zijn over onze keuzes, en meer bewust, meer activistisch zijn. Dat inspireert mij.


Gerda: “Zie of volg je nog mensen die de SSD hebben gevolgd?”  

Amber: “De meesten volg ik wel online en ik zie dat ze toch heel gevarieerd bezig zijn met allemaal interessante projecten. Ik werkte tijdens de opleiding samen met een andere student, Kimberly Vonckx voor de social media. Zij had hiervoor een bachelor toerisme gedaan, daarna nog bachelor interieurvormgeving, en zij is nu zelfstandig ondernemer waarbij ze start-ups ondersteund in hun service design, event & product ontwikkeling. Daarnaast organiseert ze ook haar eigen yoga retreats, @join.the.growth.club. Hierbij zie je perfecte de samenloop tussen haar opleidingen en vaardigheden. Leuk om te zien hoe iedereen toch andere richtingen uitgaat.”

 

Gerda: “Doe jij nog iets met je grafische opleiding?”

Amber: “Voor mijn eigen onderzoek gebruik ik mijn grafische vormging op veel verschillende vlakken. En ook binnen Blink heeft mijn achtergrond de ontwikkeling van de onderzoekmethodes beïnvloed, en ook voor het ontwerp van de finale toolkit. En in mijn vrije tijd schilder ik af en toe nog.”

 

Gerda: “Gelukkig want zo’n zwaar onderzoek moet je ook af en toe kunnen loslaten.”

Amber: “Ja, dat is ook wel een beetje een vloek en een zegen van ontwerponderzoek. Ergens wordt er verwacht dat je op beide velden kan spelen. Je moet bijna aan sociologisch onderzoek gaan doen terwijl er ook bepaalde esthetische verwachtingen zijn over het ontwerp dat je aflevert. Dit is in participatief onderzoek soms lastig omdat je de esthetische voorkeuren van de doelgroep vaak vooropstelt, en hierdoor ook vaak een keuze naar function over form maakt. ”

We praten nog wat verder na. Ik merk dat Amber een enorm betrokken persoon is, voor wie het cruciaal is om haar bijdrage te leveren aan een zorg-ontwerponderzoek. Ook valt me op hoe nieuwsgierig ze is. Op zoek naar antwoorden, iets wat ze tijdens haar eerste opleiding al in zichzelf ontdekte.

We nemen afscheid en terwijl ik in de trein zit, denk ik na over hoe de wetenschap zou veranderen als ze kunst en een creatieve benadering zou omarmen. Het zou ons waarschijnlijk verrijkendere inzichten, betere communicatie en meer creatieve oplossingen opleveren. Het is een inspirerende gedachte die me nog lang bijblijft.