Alumni Bob Segers, Marjan Brants en Dennis Houben

Studio Segers: Een thuis voor creatieve alumni uit Mechelen

Docent Gerda Vanwijck op stap – leestijd 6 min.

Vandaag begeef ik me richting Maaseik, specifiek naar Studio Segers, een veelzijdig ontwerpbureau dat zich specialiseert in diverse disciplines, waaronder architectuur, product design en grafische vormgeving. Maar wat deze studio voor mij extra speciaal maakt, is dat er drie alumni van onze opleidingen in Mechelen werken: Bob Segers, die zijn diploma Interieurvormgeving behaalde in 2008 en in 2009 als VOMO (meubelbontwerp) afstudeerde, Marjan Brants afgestudeerd in 2009 als Bachelor interieurvormgeving en Dennis Houben afgestudeerd in 2018 (interieurvormgeving). 

Niet geheel toevallig werken er 3 alumni in ditzelfde bureau:  

  1. Rita Westhovens (grafisch vormgeefster) en Wim Segers (productontwikkelaar) zijn de bezielers van deze studio en tevens de ouders van Bob.  
  2. Marjan leerde Bob kennen tijdens hun opleiding in Mechelen. 
  3. Dennis deed zijn stage bij Studio Segers en toen hij enkele jaren later na zijn Master interieurarchitectuur er terug stage liep bleef hij daarna ‘plakken’. Nu neemt hij samen met Raf Segers, architect en broer van Bob, het deel van interieurvormgeving op zich. 

 

Marjan Brants, Dennis Houben en Bob Segers

“Dat was de beste beslissing die ik ooit heb genomen, om in Mechelen te gaan studeren.”

Bob Segers

Herinneringen

Als ik vraag welke herinneringen ze hebben aan de opleiding in Mechelen antwoordt Dennis onmiddellijk dat de campus in Mechelen hem altijd een thuisgevoel gaf. Wat hem vooral is bijgebleven was de fijne en spontane band die docenten hadden met de studenten. Maar ook de creativiteit, of toch het zoeken naar een eigenheid bleef hem bij.  

Bob bevestigt dit onmiddellijk. Hij benadrukt dat de relatie tussen docent en student in Mechelen anders was dan in traditionele opleidingen. De aanpak daar was gebaseerd op open dialogen en het uitwisselen van gedachten met de docent.  

En ook Marjan voelt het zo aan, vooral de vrijheid, de ongedwongenheid om gewoon naar je begeleider te stappen en over je project te kunnen ‘praten’. Af en toe moest je wel even in de rij staan, maar op zulke momenten kon je met je medestudenten in het atelier of in de foyer gaan zitten om gezamenlijk te brainstormen over je ontwerpen. 

Bob werpt een leuke herinnering op: “Tijdens het vak Meubelontwerpen wachtten ze bewust als laatste voor hun begeleidingsbeurt om dan met een pak frieten bij hun leerkracht Meubelontwerpen, Johan Walraevens, aan te schuiven. Het was dan al vroege avond en Johan hield wel van een frietje. Dat kon allemaal. En het waren altijd interessante en boeiende gesprekken met hem.” 

Het onderwijssysteem van onze opleiding wil Bob nog beter specifiëren: “Het was eerder inspireren dan presteren, en er was ook niet dat dwingende om iets aan te leren, het was eerder zoeken en ontdekken.” 

Marjan knikt en voegt toe dat er altijd wederzijds respect aanwezig was. 

Een andere bijzondere herinnering waren de lokalen of de ‘fragmentatie van lokalen‘ zoals Bob het beschrijft. “Het was net een minigemeenschap waar iedereen zijn weg en plaats zocht. Want het begin was het echt een uitdaging om je weg te vinden met al die binnenwegen, die mooie binnentuin en die verborgen lokalen, terwijl je probeerde te achterhalen waar precies het schetsen plaats vond. Maar dat was net zo plezant, dat navigeren op de campus, de plek zoeken waar je moest of wilde zijn.” Het was die openheid, vrijheid en flexibiliteit wat hem ook aantrok. De ene keer kreeg je schetsen in de kelder, de andere keer in de foyer of de tuin.  

Het was net een minigemeenschap waar iedereen zijn weg en plaats zocht

Bob Segers

De studiereizen zijn voor hen onvergetelijke ervaringen geweest, vooral Bob herinnert zich de talrijke uitstapjes met VOMO. Bijna elke maand trokken ze er wel met een aantal op uit. Zo waren ze met een paar al liftend naar Milaan vertrokken. Onderweg pikte iemand hen op, bleek dit de zaakvoerder van Co.Studio te zijn. Toen ze uitstapten besliste Jonas (Blondeel) om zijn visitekaartje in de auto achter te laten. Enkele maanden later kreeg hij telefoon: of hij zin had om bij Co.Studio te komen werken. 

“De verschillende interacties en het zoeken naar een concept of visie, is de sterkte van ons bureau.”

Stresskippen

Marjan herinnert zich ook de jurymomenten, “dat was niet niks!”. Ze was daar steeds heel zenuwachtig voor, zelfs in het 3de jaar vond ze dat nog steeds moeilijk. Maar ze leerde wel hoe ze zichzelf zekerder kon voelen. Ze vond het bovendien interessant en leerrijk als juryleden onderling in discussie gingen of als begeleiders verschillende meningen hadden, ook daar leerde ze van. Die interactie tussen docent en student was echt bijzonder, zeker de feedback die ze kregen tijdens een jury. Het waren fijne gesprekken vond Marjan. 

Bob bevindt zich nu soms aan de andere kant, namelijk als lid van de jury, en hij merkt op dat jonge studenten nog steeds zenuwachtig zijn of vol stress zitten. Bob probeert hen op dezelfde geruststellende manier bij te staan zoals hijzelf ooit werd geholpen. De jurymomenten werden benaderd met een menselijke aanpak, niet al te streng en vooral geruststellend. 

“Maar het was wel goed”, vindt Bob “dat je af en toe uit je comfortzone werd gehaald”.  

Maar het was wel goed dat je af en toe uit je comfortzone werd gehaald.

Bob Segers

Dennis zegt dat hij een echte stresskip was tijdens de opleiding, en zeker tijdens de jury. In het 3de jaar ging de stress wat liggen, omdat hij zich beter voorbereidde. En nu hij hier werkt, gaat het vanzelf, ook zonder voorbereiding lukt het. Het helpt ook als je een goede visuele presentatie hebt, want dat leidt hem in zijn verhaal. En hij voelt zich nu ook zelfverzekerder vanwege zijn verworven kennis en ervaring.

Vriendschappen

Maar vooral de vriendschappen die op de campus zijn ontstaan is hen alle drie dierbaar. Zo heeft Bob kort na zijn studies met enkele studiegenoten en vrienden een collectief opgericht, het Stalcollectief.

Dennis heeft ook nog steeds contact met een aantal klasgenoten. Het is een groepje van tien: negen Nederlanders en hij als enige Belg. Het groepje deed indertijd ook mee met de jaarlijkse Kerstquiz ‘Quizmas’ en ze komen nog regelmatig bij elkaar en plannen weekends. Dennis vertelt dat een grotere groep van ongeveer 30 Nederlanders dit jaar een reünie organiseert, en ze overwegen zelfs om naar Mechelen te komen.

Marjan ging vaak op bezoek bij haar vriendin Fleur, die op hetzelfde kot zat als Bob. Bob had de pech dat hij op het gelijkvloers woonde en deed vaak de deur open voor bezoekers en dus ook voor Marjan. Later in café De Prof sloeg de vonk tussen hen over. Ondertussen hebben ze al twee zoontjes.

Het Stalcollectief is een samenwerking van Bob Segers met drie vrienden die, door hun gemeenschappelijke interesse, samen bijzondere meubelobjecten of verlichting ontwerpen.

  • Tim Vranken (afgestudeerd in 2009) maakt unieke en originele stukken en werkt voor kunstgalerijen over de hele wereld.
  • Len de Paepe, die na zijn architecuurstudies ook VOMO studeerde werkt nu als zelfstandige architect.
  • Jonas Blondeel heeft bij Co.Studio gewerkt en richtte later Dialect op.

Ze komen zo’n 4 keer per jaar samen en proberen ook uitstappen te maken zoals vroeger. Zo zijn ze al naar Istanboel en Texas geweest en volgend jaar gaan ze naar Spanje. “Zonder vrouw en kinderen”, voegt Marjan er fijntjes aan toe.

“Ik kan niet uit een boek leren of een cursus volgen die te theoretisch is, geef mij maar plannen die ik kan uitwerken, of laat me zelf iets creëren en visualiseren”

Dennis Houben

Wat na je opleiding?

Voor Bob leek het bijna vanzelfsprekend dat hij op het bureau van zijn ouders zou gaan werken. Oorspronkelijk was Studio Segers een klein bureau bedoeld voor 2 personen gevestigd in een deel van de woning. Later voegde Bob’s broer Raf zich bij hen als architect. Na verloop van tijd kwamen er nog enkele andere medewerkers bij. Ze vergaderden letterlijk tussen de keuken en de living. Al snel werd de ruimte te klein en in 2018 werd een kantoor in de tuin bijgebouwd. Nu zijn ze met een twaalftal medewerkers en laten Wim en Rita de zaak stilaan over aan de jonge generatie.

Marjan is de grafische richting uitgegaan. Ze werd erg getriggerd toen ze in haar opleiding leerde hoe ze haar ontwerpen en ideeën kon presenteren. Maar het leukste vond ze het zoeken naar een eigen huisstijl, de oefening die Ben Verbruggen in het 3de jaar gaf. Op het bureau van Segers viel het grafisch talent van Marjan op en ze konden wel wat hulp gebruiken. Als eerste opdracht moest Marjan een logo voor een lagere school ontwerpen, en dat lag haar wel. Ze wilde meer. Door zelfstudie en bijscholingen leerde ze zich verder te profileren als grafisch ontwerper.

Dennis merkt op dat de sterkte van het bureau net die interactie tussen grafische vormgeving, het architecturale deel en productvormgeving is. ‘Hierdoor komen we als een multidisciplinair bureau over.’

Het praktijkgerichte in Mechelen lag hem wel “Ik kan niet uit een boek leren of een cursus volgen die te theoretisch is. Geef mij maar plannen die ik kan uitwerken, of laat me zelf iets creëren en visualiseren”. En dat is precies wat hij nu kan doen bij Studio Segers.

Marjan merkt op dat ze in de opleiding geleerd heeft om naar andere ontwerpers, architecten, designers te kijken om zich te laten inspireren. “Dat doen we nu nog steeds, wij volgen andere collega’s of bekende ontwerpers, puur als inspiratie.”

Hoe we te werk gaan

Volgens Bob is het een voordeel om met verschillende generaties samen te werken. Zijn ouders, zijn broer Raf en Marjan, maar ook nog jongeren, zoals Dennis, en de stagairs die hier komen werken, inspireren elkaar en vullen elkaar verder aan in alle soorten disciplines. “De verschillende interacties en het zoeken naar een concept of visie, is de sterkte van ons bureau.” beschrijft Bob het.

De benadering vanuit verschillende disciplines maakt het allemaal veel boeiender vinden ze. Marjan toont mij een brochure van een nieuw zetelontwerp. “Wij hebben echt alles uitgewerkt” zegt ze, “vanaf het ontwerp, over de contacten met het bedrijf, de realistische renders van het meubelmodel, tot de volledige lay-out van de brochure.” Maar ook de uiteindelijke foto-shoots organiseren ze zelf. Soms zijn ze ook art- directors. Ze gaan op zoek naar een locatie, naar een woning, of een gebouw dat past als context voor het meubelmodel. Ze maken plannen van de woning om te bekijken waar het meubel het beste staat, hoe het zonlicht valt, en ze werken volledige schema’s uit van de foto-shoot. Ook dat is aanvullend en hebben ze geleerd door het veel zelf te doen. Eigenlijk is het een soort styling van het product en Dennis is daar heel sterk in zegt Bob. Dennis hecht veel belang aan presentatie en context, het plaatje moet compleet zijn. Een interieur of voorstelling van een meubelproduct moet er echt leefbaar uitzien, en daar steken ze graag veel tijd in.

Ze gebruiken digitale programma’s om hun ontwerpen te presenteren of uit te werken, maar ze blijven ook handmatig schetsen, vooral Bob. Zijn initiële ideeën zet hij altijd eerst op papier, maar om de verhoudingen van het object te verifiëren, zet hij het snel om in een digitaal 3D-model.

Zijn er nog tips voor onze studenten?

Als ik deze vraag stel zegt Dennis onmiddellijk “Jullie zijn in Mechelen goed bezig, ik zie niet in wat er nog kan veranderen of welke tips ik kan geven.”

Ook Bob vult meteen aan “Dat was de beste beslissing die ik ooit heb genomen, om bij jullie te gaan studeren.” Hij ziet zichzelf ook nooit iets anders doen dan dit.

Als hij toch iets moet voorstellen zegt Bob, dan zouden misschien de digitale programma’s waar ze op school mee leerden werken stilaan mogen veranderen, want zij gebruiken nu heel andere programma’s. Maar dan nog, vindt hij, door de basis die we meekregen op school kunnen we snel nieuwe programma’s zelf aanleren.

Ze misten soms wel het gevoel voor realiteit, zeker nu ze zelf in het werkveld staan. Het zou bijvoorbeeld niet slecht zijn stelt Bob voor, om eens een gesprek aan te gaan met een architect, interieurarchitect, een ontwerper, of een uitvoerder. Nu ze zelf de kennis en ervaring hebben merken ze dat alles veel sneller gaat en dat ze niet één jaar aan een ontwerp kunnen werken, maar slechts één maand.

Marjan wil de huidige studenten meegeven dat ze zich niet te veel moeten blindstaren op de toekomst, gaandeweg tijdens de studiejaren is er wel iets dat ze eruit zullen pikken, en waarop ze zich kunnen focussen of in specialiseren.

“En je vooral amuseren” sluit Bob af.

Na al deze positieve verhalen, herinneringen en lof voor onze opleiding, sluit ik het gesprek af. Ik heb enkele uren kostbare tijd afgenomen van hun creatief werk, waarvoor ik ze zeer dankbaar ben. Met een aangenaam gevoel keer ik terug naar Mechelen. Een opleiding zoals de onze, die jonge mensen laat openbloeien, zodat ze zich ontplooien tot ondernemende ontwerpers, is toch wel heel bijzonder. Ik ben benieuwd naar de andere verhalen van alumni, die weer andere wegen zijn ingeslagen.

Tot volgende keer!

Gerda