Thomas More biedt ook de derderjaars van Toegepaste Architectuur de kans om in het buitenland te werken met een grote verscheidenheid van bestemmingen. De studenten kunnen dus kiezen om hun werkplekleren al dan niet in België te volbrengen. Een van onze toekomstige afgestudeerden is Noë Dewit, hij koos ervoor om zijn werkplekleren te volgen in het Afrikaanse land Rwanda.

Foto: Noë Dewit

Heb je het gevoel dat je voldoende opgeleid bent voor het werkveld?

Noë: Ik had een goede voorbereiding, ik kon vorige projecten gebruiken als referenties en inspiratie. Enkel op het vlak van Adobe apps en handmatig schetsen had ik onvoldoende skills.

Hoe verschilt het bouwproces daar met België?

Noë: Op veel vlakken. Er wordt veel minder rekening gehouden met brandveiligheid en veiligheid op de werf. Toegankelijk is daar zeer beperkt. De afwerking van gebouwen is enorm slecht, ook daar wordt niet zoveel aandacht aan gegeven zoals bij ons.

Foto: Noë Dewit

Is er een moment dat je altijd zal bijblijven?

Noë: Ik vond de tijd spenderen met mijn vrienden daar het beste. Ik heb van hen veel geleerd.

Wat was je favoriete activiteiten buiten het werk?

Noë: Doorheen het land reizen en door de natuur rondtrekken.

Zou je werkplekleren in het buitenland aanraden voor andere studenten?

Noë: Zeker, het is een mooie kans om andere culturen te leren kennen en om zelfstandiger zijn. Je gaat veel verhalen hebben om te vertellen.

Waarom heb je voor deze locatie gekozen?

Noë: Ik heb voor Rwanda gekozen omdat ik een andere visie wou krijgen omtrent Architectuur.

Voor welke functie ben je daar dan aangenomen?

Noë: Ik had geen specifieke functie, wel ik kreeg de vrijheid om flexibel te werken. Ik heb voornamelijk in de ontwerpfase van een project gewerkt, ook al zijn wij daarvoor minder opgeleid.

Kreeg je dan veel verantwoordelijkheid?

Noë: Ik kreeg de volledige verantwoordelijkheid voor mijn project, ik kon zelf mijn uren inplannen en mijn werkmethodes kiezen.

Kan je iets vertellen over de projecten waar je aan hebt gewerkt?

Noë: Ik moest een case study maken omtrent “Farm to table”.

Het werktempo ligt ook hoog omdat ze daar met veel mensen op de werf werken. De arbeiders werken goed door met de aanwezige materialen.

Heb je veel mensen leren kennen?

Noë: Ja, ik woonde met vier mensen samen van verschillende nationaliteiten. Zij hebben mij aan veel mensen geïntroduceerd. Zo kreeg ik de kans om veel met hen te doen wanneer ik niet moest werken.

Wat heb je daar geleerd?

Noë: Ik heb geleerd om dankbaar te zijn voor alles wat ik heb. Ik heb met mensen gepraat die in oorlogsgebied opgegroeid zijn of tijdens de Rwandese genocide. Daarvoor ben ik dankbaar dat ik een jeugd heb gehad zonder oorlog.

Foto: Noë Dewit