Tagline
Reispas voor Weimar - BAUHAUS
ssss
Handige tips:
ssss
DEWEER GALLERY ESTATE
De Deweer Gallerij is in de jaren ’70 een plaats waar alle soorten hedendaagse kunst geëxposeerd wordt.
Ondertussen bevat het 3 expositieruimtes, een lobby, een blackbox ruimte, terras, keuken, studio, archief en technische ruimtes. Architecten Jo Jannssens en Karel Delarue hebben gkozen voor serene grijskleurige materialen zoals beton, staal grijze baksteen en grijze houten raamkaders. Over decennia heen heeft de Deweer gallerij meer dan 1700 kunstwerken van verschillende (toenmalig opkomende) artiesten bijeen gespaard. Bekende kunstenaars zoals Jan Fabre en Panamarenko zijn onder andere door Deweer gallery op de kaart gezet. Naast een expositieruimte is er ook de Deweer storage. Hier kunnen zowel bekende als onbekdende kunstenaars en iedereen die professioneel hun waardevolle werken en spullen wilt bewaren (groot en klein)terecht in de grote opslagfaciliteiten. Sinds 2019 is de Deweer gallerij overgenomen en heeft het de naam “Deweer gallery estate” gekregen en in oktober 2020 zullen de deuren opnieuw openen voor het publiek.
In the 1970s the Deweer Gallery was a place where all kinds of contemporary art was exhibited.
Meanwhile it contains 3 exhibition spaces, a lobby, a black box space, terrace, kitchen, studio, archive and technical rooms. Architects Jo Jannssens and Karel Delarue have chosen serene grey-coloured materials such as concrete, steel grey brick and grey wooden window frames. Over the decades, the Deweer gallery has collected more than 1700 works of art by various (then up-and-coming) artists. Well-known artists such as Jan Fabre and Panamarenko have been put on the map by Deweer gallery, among others. Besides an exhibition space there is also the Deweer storage. Here both well-known and unknown artists and anyone who wants to store their valuable works and belongings professionally (large and small) can visit the large storage facilities. Since 2019, the Deweer gallery has been taken over and has been given the name "Deweer gallery estate" and in October 2020 the doors will reopen to the public.
TEXTURE MUSEUM
Het museum over Leie en vlas was oorspronkelijk, in de jaren ’60, een plaats om de vlasnijverheid van de streek in de bloemetjes te zetten. Later kwam er een nieuw deel bij om de afgewerkte vlasproducten zoals kant en linnen mee in de kijker te zetten en zo werd in 1998 het Kant- en Linnenmuseum een feit. In 2014 heropent het museum de deuren als Texture met een nieuw modern museumgebouw en een nieuwe visie om jong en oud te betrekken. Het nieuwe gebouw is gerealiseerd door noArchitecten en Madoc, en zij kozen ervoor om het industriële karakter van het gebouw te accentueren door onder andere hedendaagse industriële elementen te gebruiken. De Golden river wordt in de verf gezet door de bovenste verdieping volledig goud te kleuren. Verschillende ruimtes, zoals een bistro, polyvalente ruimte, een atelier etc. worden toegevoegd. In verschillende kamers kan je alles te weten komen over de huidige en de geschiedenis van de vlas en linnen industrie, door te proeven, voelen, testen en bekijken van alles wat er mee te maken heeft. Texture biedt buiten het museum nog enkele andere projecten, zoals bijvoorbeeld het TexLab, die te beleven zijnen zeer interessant kunnen zijn voor ontwerpers.
The museum about Leie and flax was originally, in the 60's, a place to showcase the flax industry of the region. Later a new section was added to highlight the finished flax products such as lace and linen, and in 1998 the Lace and Linen Museum became a fact. In 2014 the museum will reopen its doors as Texture with a new modern museum building and a new vision to implement young and old. The new building was realised by noArchitects and Madoc, and they chose to accentuate the industrial character of the building by, among other things, using contemporary industrial elements. The Golden River is highlighted by colouring the top floor in full gold. Different spaces, such as a bistro, multifunctional space, a studio etc. are added. In different rooms you can learn everything about the present and the history of the flax and linen industry by tasting, feeling, testing and looking at everything that has to do with it. Texture offers a number of other projects outside the museum, such as the TexLab, which can be experienced and can be very interesting for designers.
TACK TOREN
Een nieuwe bijbouw door architecten Ahtergael in samenwerking met architect Stéphane Beel aan de reeds bestaande brouwertoren Tack werd gebouwd tussen 1994 en 1999. Voor een functiewijziging van het gebouw tot een productiehuis zijn enkele ingrepen aan het oorspronkelijke pand vereist, maar de bestaande constructie en de verschillende ruimtes ervan worden behouden. Strikt functionele ruimtes zoals een toegangstrap, lift, en sanitaire uitrusting worden voorzien in het nieuwe bijkomende volume. Dit volume is een 3 meter dikke schijf over de volledige breedte en hoogte van de brouwertoren en wordt zo de verticale foyer.
A new extension by architects Ahtergael in collaboration with architect Stéphane Beel to the already existing brewery tower Tack was built between 1994 and 1999. A change of function of the building into a production house requires some changes to the original building, but the existing structure and its various spaces are retained. Strictly functional spaces such as an entrance staircase, elevator and sanitary facilities are provided in the new additional volume. This volume is a 3 metre thick disk over the full width and height of the brewery tower and thus becomes the vertical foyer.
BUDAFABRIEK
Op Buda eiland in kortrijk bevindt zich de Budafabriek, de eerste artistiek/economische werkplek voor zowel studenten, kunstenaars, ondernemers als actieve burgers in Vlaanderen. Het is gevestigd in de oude textielfabriek van Kortrijk. Verbouwingen zijn gemaakt door architectenbureau 51N4E. Het werd een vijfhoekig industrieel gebouw waarin de ingrepen die vooraf gingen aan het werk van 51N4E niet worden verstopt. De vijfhoekige vorm komt zowel langs buiten als langs binnen terug. Er kan zowel gewerkt worden in ateliers als in het Buda::Lab, een Fablab met 3d- printers, lasercutters etc.. De Budafabriek staat ook open voor het exposeren van de werken die er gecreëerd worden.
Buda Island in Kortrijk is home to the Budafabriek, the first artistic/economic workplace for students, artists, entrepreneurs and active citizens in Flanders. It is located in the old textile factory of Kortrijk. Renovations were made by architectural firm 51N4E and it has become a pentagonal industrial building whose interventions that preceded the work of 51N4E are not hidden. The pentagonal shape recurs both outside and inside. Work can be done in studios as well as in the Buda::Lab, a fab lab with 3D printers, lasercutters, etc... The Buda factory is also open to exhibiting the works that are created there.
CREMATORIUM UITZICHT
Het nieuwe crematoriumgebouw ‘UITZICHT’ getekend door architectenteam Souto de Moura Arquitectos & SumProject, verzoent de technische aspecten die nodig zijn bij het uitvaartgebeuren en de exceptionele sfeer ervan. Ze ontwierpen een gebouw dat diep in de grond ligt waardoor het met zijn groen dak een geheel met de natuur, van de omgeving van de voormalige begraafplaats, vormt. Het gebouw is bereikbaar via een zachte helling. Het interieur, waaronder de banken, tafels, ruimtes, signlalisatie…, is ook volledig vormgegeven door architect Souto De Moura. Zo vormt niet alleen het exterieur een sereen geheel met de natuur, maar ook met het interieur. Het crematorium bevat een voorplein waar plaats is voorzien voor een wandsculptuur van de Portugese kunstenaar Pedro Cabrita Reis. Dit sculptuur stelt een gedachtenismuur voor en heet ‘Looking at silence’. Bovendien is het crematorium UITZICHT bewust bezig geweest met milieustudies voor de vervuiling van de ovens te beperken. Ze beperken de uitstoot tot maar liefst minder dan de helft van de limiet die opgegeven is aan alle crematoria door VLAREM.
The new crematorium building 'UITZICHT' (‘VIEW’), designed by architect team Souto de Moura Arquitectos & SumProject, harmonises the technical aspects needed for the funeral and for its exceptional atmosphere. They designed a building that lies deep in the ground so that with its green roof it forms a whole with the nature, of the surroundings of the former cemetery. The building is accessible via a gentle slope. The interior, including the benches, tables, rooms, signposting..., is also completely designed by the architect Souto De Moura. In this way, not only the exterior forms a serene whole with nature, but also with the interior. The crematorium includes a courtyard with space for a wall sculpture by the Portuguese artist Pedro Cabrita Reis. This sculpture represents a wall of remembrance and is called 'Looking at silence'. In Furthermore, the crematorium UITZICHT has been consciously engaged in environmental studies to limit the pollution of the ovens. They limit emissions to no less than half of the limit specified for all crematoria by VLAREM.
D-HOTEL
Het design concept hotel is een samenkomst van een historisch hoeveplein, een authentiek gerestaureerde windmolen en een nieuwbouw uit betonnen blokken met grote ramen. De nieuwbouw is ontworpen door architectenbureau Govaert & Vanhoutte Architecten in 2008 en vormt een U rond de oude hoeve. De verschillende blokken zijn verbonden via een ondergrondse koker. Voor het interieur is er samengewerkt met designers en kunstenaars om trendy details toe te voegen.
The design concept hotel is a meeting of a historic farm square, an authentically restored windmill and a new building made of concrete blocks with large windows. The new building was designed by Govaert & Vanhoutte Architects in 2008 and forms a U around the old farmstead. The various blocks are connected via an underground shaft. For the interior, designers and artists worked together to add trendy details.
DE KREUN
De nieuwe modulaire popconcertzaal gebouwd voor De Kreun vzw, dat tegenwoordig Het Wilde Westen vzw heet, is vormgegeven door DIAL architecten tussen 2007 en 2009 (en in 2018). Het is een project in opdracht van de Stad Kortrijk voor het Muziekcentrum TRACK. De zaal biedt plaats voor 600 (staande) toeschouwers. De zaal is voorzien van een u-vormig balkon, een vaste en een mobiele bar. Door de zichtbare ribben op de gevel, uitgevoerd in wit beton, worden de vibraties die van binnen komen sterkt gedempt, ze werken zoals een transformator. Zo is het mogelijk om binnen versterkt akoestische concerten te geven. Bovendien zit in de gevelplinten een trillende en lichtgevende kunstinstallatie verwerkt die het ritme aangeeft. Door de brugverbinding met het muziekcentrum is het mogelijk om openluchtconcerten en zomerbars te organiseren op het dakterras.
The new modular pop concert hall built for De Kreun vzw, now called Het Wilde Westen vzw, was designed by DIAL architects between 2007 and 2009 (and in 2018). It is a project commissioned by the City of Kortrijk for the TRACK Music Centre. The hall offers space for 600 (standing) spectators. It has a U-shaped balcony, a fixed and a mobile bar. Because of the visible ribs on the facade, made of white concrete, the vibrations coming from inside are strongly dampened, they work like a transformer. This makes it possible to give amplified acoustic concerts inside. In addition, the façade plinths incorporate a vibrating and luminous art installation that indicates the rhythm. The bridge connection with the music centre makes it possible to organise open-air concerts and summer bars on the roof terrace.
STADHUIS KORTRIJK
Een oud bankgebouw is tussen 2001 en 2005 door Noarchitecten omgebouwd tot het stadhuis van Kortrijk. Door het vorige pand volledig te strippen is er een elegant betonnen skelet tevoorschijn gekomen waarmee licht wordt doorgelaten. Dit door het dak open te breken en er serres bovenop te zetten. Het dak zelf is volledig groen. Bovendien is er naast deze 2000m² grote hal, nog een kleine toren wat een totale oppervlakte van wel 10 000m² geeft. Wat betreft het interieur, worden ruimtes gedefinieerd door het meubilair verschillende kleuren te geven. Het nieuwe complex krijgt een verbinding naar het historisch stadhuis en de grote markt.
An old bank building was converted by Noarchitecten into the town hall of Kortrijk between 2001 and 2005. By stripping the previous building completely, an elegant concrete skeleton has emerged through which light is let through. This was done by breaking open the roof and placing conservatories on top of it. The roof itself is completely green. In addition, in addition to this 2000m² large hall, there is another small tower which gives a total surface area of up to 10,000m². As for the interior, spaces are defined by giving the furniture different colours. The new complex will have a connection to the historic town hall and the big market.
WONDERKAMER RESIDENCE
Een architecturale hoogstand van de jaren ’60, is de modernistische Sint-Ritakerk in Harelbeke. Hij is gebouwd in beton door de architecten Léon Stynen en Paul De Meyer. Met een knipoog naar het brutalisme van bekende architect Le Corbusier. De vorm van het gebouw is een afgehakte piramide met een zeshoek als grondvlak, en creëert een centrale natuurlijke lichtbron in de kerk. Hoewel de binnen- en de buitenkant dezelfde architecturale stijl hebben, hebben ze toch een totaal andere beleving. De kerk is elke dag open van 8u tot 17u, maar gesloten op zondag. Je kan er ook een gegidste groepstour volgen.
An architectural highlight of the 1960s is the modernist Sint-Ritakerk in Harelbeke. It was built in concrete by the architects Léon Stynen and Paul De Meyer, with a wink to the brutalism of famous architect Le Corbusier. The shape of the building is a severed pyramid with a hexagon as its base, and creates a central natural light source in the church. Although the interior and exterior have the same architectural style, they have a totally different experience. The church is open every day from 8 a.m. to 5 p.m., but closed on Sundays. You can also follow a guided group tour.
WONDERKAMER RESIDENCE
In 2018 toverde kunstenaar Hans Op de Beeck een villa uit de jaren ‘30 om tot een waar gesamtkunstwerk. Dit in samenwerking met de architect Mo Vandenberghe (studio MOTO). De volledig zwarte “villa” dat wordt opgevat als eigentijdse “wunderkammer” vormt een plastisch, monumentaal sculptuur. Het interieur roept verwondering op door de volledig grijze bekleding en de vreemde kunstwerken die zowat overal en nergens tussen de bibliotheekcollectie van Jan Hoet te vinden zijn. De wunderkammer dient niet alleen als onderdak voor deze verzameling van boeken, maar dus ook als residentie voor kunstenaars, curatoren onderzoekers en schrijvers. Zowel de toevallige voorbijganger en de bezoeker worden geprikkeld door dit kunstwerk, waar de beleving en ervaring van het verassende, en theatrale kunstwerk centraal staat. De wonderkamer is een onderdeel van het museum Dhondt-Dhaenens.
In 2018, artist Hans Op de Beeck transformed a villa from the 1930s into a true gesamtkunstwerk. This in collaboration with the architect Mo Vandenberghe (studio MOTO). The completely black "villa" that is conceived as a contemporary "wunderkammer" forms a plastic, monumental sculpture. The interior evokes amazement because of the completely grey upholstery and the strange works of art that can be found almost everywhere and nowhere between Jan Hoet's library collection. The wunderkammer serves not only as a shelter for this collection of books, but also as a residence for artists, curators, researchers and writers. Both the casual passer-by and the visitor are stimulated by this work of art, where the experience and experience of the surprising and theatrical work of art is central. The wonder room is part of the museum Dhondt-Dhaenens.
MUSEUM DHONDT-DHAENENS
Sinds 2005 presenteert het museum Dhondt-Dhaenens voornamelijk individuele tentoonstellingsprojecten van kunstenaars uit de laatste decennia die in Vlaanderen nog niet op een consistente manier werden getoond. De intrinsieke waarde van de kunstenaars wordt op deze manier beter in beeld gebracht en er ontstaat een hecht partnerscha tussen organisatie en artiest. Het museum focust zich op moderne kunst van de 20ste eeuw en werkt bovendien als een hedendaags kunstencentrum. Sinds 2015 biedt het museum ook een residentieprogramma voor de woning VanWassenhoven en in 2018 is ook The Wunderkammer Residence hier een onderdeel van. Voor €9 breng je een bezoek aan het museum als student.
Since 2005, the museum Dhondt-Dhaenens mainly presents individual exhibition projects of artists from the last decades who have not yet been shown in a consistent way in Flanders. In this way, the intrinsic value of the artists is better portrayed and a close partnership is created between the organisation and the artist. The museum focuses on modern art of the 20th century and also works as a contemporary arts centre. Since 2015 the museum also offers a residency programme for the VanWassenhoven residence and in 2018 The Wunderkammer Residence will also be part of this. For €9 you can visit the museum as a student.
WONING VAN WASSENHOVE
Een alleenstaande leraar genaamd Van Wassenhove, had een grote liefde voor moderne kunst en architectuur. Hiervoor bouwde architect Juliaan Lampens deze woning tussen 1972 en 1974. Het gebouw bestaat uit een combinatie van massief beton afwisselend met hout en glas. Doormiddel van het hout wordt de ruwheid van het beton doorbroken met warmte. Het glas zorgt voor afwisselend spel van licht doorheen het gebouw. Lampens herdefinieerd de gekende ervaring van wonen door alle verschillende woonfuncties in elkaar te laten overvloeien en geen aparte kamers te maken. Door te spelen met geometrische vormen en lijnen worden de verschillende woonfuncties gedefinieerd. De keuken is bijvoorbeeld driehoekig, de slaapruimte een cirkel en het bureau dan weer een vierkant. Momenteel is de woning in bruikleen aan het museum Dhondt-Dhaenens door de Universiteit Gent. Bovendien werd in 2017 de woning officieel benoemd tot een beschermd monument.
A single teacher called Van Wassenhove, had a great love for modern art and architecture. It was for him that architect Juliaan Lampens built this house between 1972 and 1974. The building consists of a combination of solid concrete alternating with wood and glass. By means of the wood, the roughness of the concrete is broken through with warmth. The glass provides an alternating play of light throughout the building. Lights redefine the familiar experience of living by allowing all the different residential functions to merge into one another and not creating separate rooms. By playing with geometric shapes and lines, the various residential functions are defined. For example, the kitchen is triangular, the bedroom a circle and the office a square. The house is currently on loan to the Dhondt-Dhaenens Museum by Ghent University. Moreover, in 2017 the house was officially named a protected monument.
CREMATORIUM HEIMOLEN
In 2008 is het crematorium Heimolen op de reeds bestaande begraafplaats opgeleverd door Claus en Kaan Architecten. Het betreft 2 gebouwen, het ontvangstgebouw met de foyer, een restaurant en aula’s en het crematoriumgebouw. Het ontvangstgebouw dat zich in de zuidwestelijke hoek van het domein bevind is een groot overkoepelend dak waaronder de verschillend functionerende zalen zijn gescheiden door volumes. Terwijl het crematorium (aan de noordelijke zijde) dat vanuit het ontvangstgebouw met een schuin pad te bereiken is, “naar de hemel is gericht” door het op een grote betonnen plaat te bouwen. Door met licht-doorlatende panelen te werken op de gevel krijgt de binnenruimte doorheen de dag verschillende uitstralingen. De elementen van de volledig witte ovens zijn verstopt onder de grond. Zo vormen het serene kamers waar de familieleden de kist kunnen laten gaan.
In 2008, the Heimolen crematorium on the existing cemetery was completed by Claus en Kaan Architects. It concerns 2 buildings, the reception building with the foyer, a restaurant and auditorium and the crematorium building. The reception building, which is located in the south-western corner of the estate, has a large overarching roof under which the differently functioning halls are separated by volumes. While the crematorium (on the northern side), which can be accessed from the reception building by an inclined path, "faces the sky" by building it on a large concrete slab. By working with light-permeable panels on the façade, the interior space is given different radiance throughout the day. The elements of the all-white ovens are hidden under the ground. In this way they form serene rooms where family members can let the coffin go.
KLOOSTER ROOSENBERG
Sinds 1975 zijn de Mariazusters van Franciscus verwend met het werk van benedictijn en architect Dom Hans van der Laan. Deze abdij is een voorbeeld van een Gesamtkunstwerk door zijn tijdloze en moderne architectuur. Niet alleen de vormzuiverheid en het eenvoud in de ruimtelijke ordening van de architectuur en het kunstzinnige interieur zijn het werk van Van der Laan, maar hij ontwierp ook het meubilair, de liturgische vaten, de gebedskledij van de zusters etc. Met andere woorden een heel concept van één van de voornaamste Nederlandse architecten voor onder andere kerkbouw van de 20ste eeuw. Om de abdij te bezoeken, kan je een rondleiding voor max. 10 personen boeken op elke eerste zaterdag van de maand om 14u. Als student betaal je €5 voor een tour van 90 minuten.
Since 1975 the Marian Sisters of Francis have been spoiled by the work of Benedictine and architect Dom Hans van der Laan. This abbey is an example of a Gesamtkunstwerk through its timeless and modern architecture. Not only the purity of form and simplicity in the spatial planning of the architecture and the artistic interior are the work of Van der Laan, but he also designed the furniture, the liturgical vessels, the prayer garments of the sisters, etc. In other words, a whole concept by one of the leading Dutch architects for, among other things, church building of the 20th century. To visit the abbey, you can book a guided tour for up to 10 people on every first Saturday of the month at 2 pm. As a student you pay €5 for a tour of 90 minutes.
testlocatie E17
Eén van de eerste zelfstandige werken van architect Alvaro Siza is het zout water zwembad in Matoshinhos. Het is gebouwd tussen 1961 en 1966. De vertaling van Piscina Das Mares is “zwembad der zeeën” en het heeft zijn naam te danken aan de unieke locatie op een vaste rots grenzend aan de Atlantische oceaan waar de baden in direct contact zijn met de zee. De bedoeling van deze baden is om zwemmers het gevoel te geven dat ze in de wilde oceaan zwemmen maar dan zonder de gevaren van grote golven en harde stromingen. Doordat er geen bodemstudies van de locatie bestonden heeft Siza zelf veldonderzoek gedaan om de voormalige site zoveel mogelijk te kunnen integreren in het project en het als essentieel onderdeel te behouden. Dus zonder al te veel te veranderen aan de omgeving en aan de hand van minimale ingrepen bruikbare zwembaden te creëren. De betonnen wanden lopen verder in de zee en mengen zich met natuurlijke rotsen. De baden zijn zodanig ontworpen dat de zwemmers het verschil tussen het natuurlijke en kunstmatige nauwelijks uit elkaar kunnen halen. Materialen zoals beton, geoxideerd koper en donker hout zijn daarom ook in hun meest ruwe vorm gebruikt. Het volledige complex bevat een kinderbad en een bad voor volwassenen, ook is er een cafetaria en omkleedruimte. Bezoeken kan via een architectuurtour aangeboden door Casa Da Arquitectura. (Minstens 3 dagen op voorhand boeken!)
One of the first independent works by architect Alvaro Siza is the salt water swimming pool in Matoshinhos. It was built between 1961 and 1966. The translation of Piscina Das Mares is “pool of the seas” and it owes its name to its unique location on a solid rock bordering the Atlantic Ocean where the pools are in direct contact with the sea. The purpose of these baths is to give swimmers the feeling that they are swimming in the wild ocean but without the dangers of big waves and heavy flows. In the absence of soil studies of the site, Siza carried out its own field research in order to integrate the former site as much as possible into the project and preserve it as an essential part. So without making many changes to the environment and creating usable swimming pools with minimal interventions. The concrete walls continue into the sea and blend with natural rocks. The pools are designed in such a way that the swimmers can barely tell the difference between the natural and the artificial. Materials such as concrete, oxidised copper and dark wood have therefore also been used in their roughest form. The entire complex includes a children’s pool and an adult pool, as well as a cafeteria and changing room. Visits can be made via an architecture tour offered by Casa Da Arquitectura. (Book at least 3 days in advance!)